Ik had nóg een adres in mijn planning; een Engelse dame had op Facebook geadverteerd dat ze een guesthouse was begonnen en ze zocht natuurlijk klanten. Haar huis was in een héél klein dorpje, een paar kilometer onder Gabrovo. Ze had me route-instructies gestuurd die eindigden bij een reclamebord op de weg van Veliko Tarnovo naar Gabrovo. Daar kon ze me ontmoeten en me de weg wijzen naar Sabotkovtsi. Ik kon Sabotkovtsi inderdaad op mijn papieren kaarten niet vinden maar Google had het wel in de kaart staan. Ik had de coördinaten in mijn TomTom opgenomen. Een straat of huisnummer had ze niet. Ik had uiteindelijk afgesproken dat ik op maandag 21 mei ergens in de namiddag bij haar zou aankomen, ik had dus nog een groot deel van de dag voordat ik bij haar terecht kon.
Een van de beroemdste attracties in de regio Gabrovo is Etar, een etnografisch dorp waar huizen van over heel Bulgarije zijn nagebouwd en waar handwerklieden hun ateliers hadden. Mijn vrouw had contact gehad met iemand die daar werkte en verzekerde mij dat het de moeite van het bezoeken waard zou zijn. Het was die maandag een beetje druilerig weer, het miezerde een beetje uit de grijs bewolkte lucht maar er was nauwelijks wind en echt koud was het niet. TomTom deed zijn werk, leidde me door Gabrovo en even verderop van de E85 af, net voorbij Lyubovo. De weg eindigde in een immens parkeerterrein. Daar was de ingang naar het dorp. Uiteraard moest er toegang betaald worden, maar eenmaal voorbij de kassa was het bijna alsof je een flinke stap terug in de tijd had gedaan. Bijna, want een van de eerste medewerkers die ik zag, zat op zijn gemak naast zijn winkel met handgemaakte messen op zijn mobieltje te appen.
Wat typisch is voor de regio, en voor veel oude Bulgaarse gebouwen, zijn de leistenen daken. Het is indrukwekkend om te zien omdat die daken een enorm gewicht moeten hebben. Het druilerige weer had als voordeel dat het niet erg druk was in Etar en dat de schoorstenen gezellig rookten.
In de winkeltjes was tijdens mijn bezoek weinig activiteit. Zonder bezoekers was er niet veel animo om te handwerken en in mijn leven heb ik eerlijk gezegd wel genoeg kaarsenmakerijen, pottenbakkers, houtbeitelaars en sieradenmakers gezien, dus na wat foto’s naar een van de twee restaurants voor de lunch. Gelukkig had de menukaart een (gebrekkige) Engelse vertaling. Ik bestelde een bonenschotel en kreeg te horen dat de bereiding wel een tijdje zou duren. Gelukkig was het wachten de moeite waard. Na de lunch werd het tijd om richting Sabotkovtsi te rijden. Weer terug richting Gabrovo. Het gemiezer veranderde langzaam maar zeker in regen en de regen veranderde in een hoosbui. In Gabrovo zette ik mijn auto langs de kant omdat ik nauwelijks iets kon zien. De ruitenwissers konden de hoeveelheid neerslag niet meer aan. Na tien minuten hield het op en kon ik met open ramen, om de beslagen voorruit to ontwasemen, verder rijden.
Om Sabotkovtsi te bereiken moest ik een afslag nemen waar het dorp Bozhentsi stond aangegeven. Bozhentsi is een authentiek bergdorpje wat ook behoort tot de top tien van toeristische attracties in de provincie Gabrovo. Ik had nog wel even tijd en besloot Sabotkovtsi nog even voorbij te rijden en eerst nog een bezoekje aan Bozhentsi te brengen. De rit was lastiger en langer dan ik verwachtte en het druilerige weer hield aan. Ook bij Bozhentsi was een groot parkeerterrein. Het was helemaal leeg maar het was duidelijk dat hier in de zomer veel toeristen kwamen. Er was een gebouwtje wat als kassa fungeerde, maar het was verlaten. In Bozhentsi zelf was het al even stil. Eén souvenirwinkeltje was open en daar ging ik naar binnen om even rond te kijken. De verkoopster was een vriendelijk tienermeisje. Ze had weinig te doen vandaag beaamde ze. Uit een soort van medelijden kocht ik een schilderijtje en een paar aardewerken potjes bij haar. Ik nam nog even een foto en ging terug naar de auto. Tot mijn verbazing was nu de uitrit van het enorme parkeerterrein afgesloten met een slagboom. Ik wist zeker dat die open had gestaan toen ik aankwam. Dan maar naar het gebouwtje om te betalen. 25 Stoitinki (een kwart leva, ongeveer 13 eurocent). Ik had alleen een briefje van 20 Leva waar de dame blijkbaar niet van terug had. Ze wuifde me weg en deed de slagboom omhoog. Ik mocht gaan.
Na veel bochtenwerk op eenbaansweggetjes kwam ik in het dorpje Sabotkovtsi. Er was een kerkje waar de weg zich splitste, rechts en links langs de kerk. Tijd om mijn gastvrouw, Suzan, te bellen. Ze zei me de weg te vervolgen. Links of rechts om de kerk? Maakt niet uit, zei ze. Ik koos rechts. Na een paar honderd meter stond Suzan op de weg en dirigeerde me naar de kant van de weg, Ik was aangekomen! De weg liep rond en de volgende dag zag ik hoe ik weer links van de kerk uitkwam als ik doorreed.
Zoals zoveel huizen in Bulgarije zag je vanaf de weg alleen een muur en een poort. Eenmaal door de poort zie je pas de voorkant van het huis. Het was een flink huis met een linker- en rechter vleugel. Naar ik later begreep waren het van origine twee huizen die later met elkaar verbonden zijn. Ik kon kiezen tussen twee slaapkamers. Om praktische redenen koos ik de kamer recht tegenover de badkamer.
Het verblijf bij Suzan was heel aangenaam. Omdat ik van tevoren wist dat het een klein dorp was had ik bedongen dat ze ook avondmaaltijden voor me zou koken. Tegen betaling uiteraard. Koken bleek niet haar sterkste kant en bij het afrekenen heeft ze dan ook de maaltijden niet in rekening gebracht. Het mooie aan het verblijf bij haar was dat ik van dichtbij kon meemaken hoe een vrouw alleen zich in een vreemd land staande hield. Suzan was een chaoot van de eerste orde maar de dorpsgenoten hielden een oogje op haar en als ze ergens mee zat werd er altijd wel iets geregeld. Ze hielp enthousiast mee op de jaarlijkse dorpsdag en wandelde iedere avond met haar honden het rondje door her dorp waar ze dan af en toe stil hield bij de oude baba’s die op hun bankjes voor hun huizen zaten. Ze babbelden honderduit zonder een woord van elkaar te verstaan.
Ondanks de stortbui In Gabrovo was mijn auto nog steeds zowel van buiten als van binnen besmeurd met opgedroogde modder. Suzan wist gelukkig raad en reed de volgende ochtend voor me uit naar Gabrovo, waar een poetsbedrijf zat. De eigenaar bekeek de auto en deed een prijsopgave van 80 Leva (ongeveer €40). Ik ging onmiddellijk akkoord. Het zou wel even duren, ik kon de auto in de namiddag pas weer ophalen.
“Wat was je de rest van de dag van plan?”, vroeg Suzan. Ik zei dat ik wel door Gabrovo zou gaan slenteren om de tijd te doden. Ik denk dat ze medelijden met me had en ze stelde voor dat ze me wel ergens heen kon brengen met de auto, ze had eigenlijk verder ook niet veel om handen. We besloten er een dagje uit van te maken. Op naar Buzludzha!
Buzludzha is een bergtop in het Stara Planina gebergte. De communistische partij liet hier in 1971 een gebouw neerzetten als monument ter nagedachtenis aan de historische gebeurtenissen aldaar. Het gebouw, of beter gezegd de ruïne, is wereldberoemd geworden doordat het in films, reclames en fotografieën werd gebruikt. Het is een bizar aandoend gebouw, wat iets weg heeft van een UFO of het vroegere Evoluon in Eindhoven. Het is ook in de wijde omtrek zichtbaar. Inmiddels wordt er een begin gemaakt met het behoud van dit bizarre monument.
De weg omhoog had duidelijk te lijden gehad van jarenlange verwaarlozing. Het werd een slalom tussen de gaten in het asfalt om bij de top te komen. We passeerden een hotel/restaurant en hoger op de berg, ergens op een vlak stukje, stond een caravan met een tafel ervoor. Een man veerde op van een campingstoeltje toen we langsreden. Suzan stopte zodat we even konden zien wat voor waar hij hier, in the middle of nowhere, te koop aanbood. Het bleken allerlei wijnen en likeuren van vruchten te zijn. We beloofden op de terugweg wat langer te stoppen.
Eenmaal boven was het indrukwekkend om de enorme betonnen ufo van dichtbij te zien. Er stonden slechts twee andere auto’s, dus echt druk kon je het niet noemen. Er was een bewaker die zich voor de gesloten toegangsdeur had geposteerd om er voor te zorgen dat niemand het gebouw zou betreden. Wel liet hij ons door een kier naar binnen kijken. Het was eigenlijk heel triest om te zien dat het gebouw in zo’n slechte staat verkeerde. Het dak zat vol gaten en het eens zo indrukwekkende interieur was volkomen vernield.
We hielden het snel weer voor gezien. Op de terugweg hebben we twee plastic kannetjes met vruchtenwijn gekocht bij de man met de caravan en daarna lunch in het restaurant halverwege de berg. Via het Shipka monument zijn we weer terug naar het autopoetsbedrijf in Gabrovo gereden. We moesten nog een uur wachten om de stoelbekleding in het interieur van de huurauto de tijd te geven om te drogen na de schoonmaak. De auto was smetteloos. Ik was zeer verheugd over her resultaat en ook blij dat er blijkbaar geen zichtbare schade aan de auto was. Ik rekende af en we zijn terug naar Sabotkovtsi gereden. Aan de maaltijd die avond heb ik geen herinneringen, maar ik heb ’s avonds nog lang met Suzan in de tuin gezeten met wat glazen vruchtenwijn.
De volgende dag ben ik op mijn gemak terug gereden naar het Nederlandse stel in Vladimirovo, niet ver van het vliegveld in Varna, waar ik weer mocht overnachten om de ochtend daarna weer de vlucht naar Eindoven te nemen. De vakantie zat erop en ik kwam thuis met een schat aan informatie en het gevoel dat Bulgarije geen slechte plek is om te wonen.